Dijle

Doode Bemde

 Kayakken op de Dijle ?

kayakrestricties


Omgevallen bomen en struiken in en langs de rivier maken het erg moeilijk, om niet te zeggen onverantwoord, om met groepen onervaren kayakkers/kanoërs de Dijle af te varen. Dat we aandringen op naleving hiervan heeft niet alleen te maken met vrees voor toenemende verstoring van bijvoorbeeld bever en ijsvogel, maar nog veel meer met het in stand houden van natuurlijke overstromingen.

Lees ook meer op onze pagina Overstromingen


Waar gaat het om ?


Enige geschiedenis en achtergrond bij dit dossier.


In het verleden (intussen 20 jaar geleden) heeft onze vereniging met de rivierbeheerder (toen AMINAL Afdeling Water) en met de toenmalige buitensportsector afspraken gemaakt over afvaarten van de Dijle.


De waterkwaliteit van de Dijle was aan het verbeteren en het aantal afvaarten steeg tot vele tientallen groepen per jaar. Uiteraard bleven die niet altijd op de rivier, maar kon je ze ook langs de oever overal aantreffen. Een aantal presteerden het (echt waar!) om tap- en geluidsinstallaties aan te slepen op instapplaatsen in de Doode Bemde. Het liep dus enigszins uit de hand.


Intussen is de buitensportsector sterk veranderd. De sector is geprofessionaliseerd en vooral nog veel verder toegenomen. Ook de rivierbeheerder is veranderd. Tegenwoordig beheert de Vlaamse Milieumaatschappij dienst operationeel waterbeheer (VMM) dit deel van de Dijle. Het gaat over allemaal andere, nieuwe  ambtenaren die de vorige besprekingen niet meemaakten.


Intussen was er voor de Dijlevallei een zogenaamd natuurontwikkelingsscenario afgesproken inzake waterbeheersing. Na zeer lang en moeizaam overleg (ca. 25 jaar) is er voor gekozen om in de Dijlevallei geen wachtbekkens te bouwen om de binnenstad van Leuven en de universiteitscampus van de KUL voor overstromingen te vrijwaren. Er is voor gekozen om met natuurlijke overstromingen te werken in de volledige vallei stroomopwaarts Leuven tot aan de taalgrens. De Doode Bemde ligt volledig in die natuurlijke overstromingszone.


Natuurlijke overstromingen i.p.v. een of meerdere wachtbekkens zijn maar mogelijk als de afvoer van de rivier vertraagd wordt. Dat gebeurt in het geval van de Dijle door helemaal niet meer in te grijpen op de rivier. Dat betekent dat alle bomen en struiken op de oevers mogen blijven groeien en ook mogen blijven liggen als ze in de rivier vallen. Zo verruwt het rivierkanaal en wordt de afvoer gestremd. Op die manier overstromen grote delen natuurgebied en niet de binnenstad van Leuven en de universiteitscampus.


Dit systeem is een erg goedkoop alternatief ten opzichte van wachtbekkens en, indien uitgevoerd zoals afgesproken, zijn er nog grote natuurwaarden mogelijk. Wat waterbeheersing betreft werkt het systeem, want Leuven komt de laatste 15-20 jaar niet meer in het ‘overstromingsnieuws’, heel wat andere steden in Vlaanderen wel...! Voor de natuur in de vallei werkt dit systeem echter alleen maar wanneer er hele grote stukken overstromen en niet slechts kleine delen zoals nu het geval is. De negatieve effecten van overstromingen (excessieve sedimentafzet, langdurige, frequente en diepe overstromingen) worden nu immers geconcentreerd op de beperkte delen die overstromen, met name de Doode Bemde en de zone rond Egenhovenbos. In die zones gaan de natuurwaarden actueel achteruit. Spreiding van overstromingen is dus van het grootste belang.


Er zijn lange overlegronden geweest, georganiseerd door de VMM, samen met buitensport- en natuurverenigingen, de gemeenten, de provincie Vlaams-Brabant en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Helemaal op het einde heeft de VMM daar Sport Vlaanderen (het vroegere BLOSO) bij betrokken “om infrastructuur aan te leggen en om promotie te maken”.


Afspraken en ‘gentleman’s agreements’ zijn één ding, maar infrastructuur aanleggen en promotie maken is iets helemaal anders. Het gaat hier ten slotte om een Natura 2000 gebied!


We hebben in de Doode Bemde de afspraken over het streven naar natuurlijke overstromingen als oplossing voor wateroverlast in Leuven, steeds consequent uitgevoerd. Elders in de vallei is dat niet gebeurd. Het resultaat is dat de Dijle in de Doode Bemde fors verruwd en vernatuurlijkt is. Daardoor treden er nu jaarlijks 1-2 grote overstromingen op, daar waar dat 20 jaar geleden zo goed als nooit gebeurde. Het resultaat is dat we in de Doode Bemde alle overstromingen te verwerken krijgen en andere delen van de vallei veel minder tot helemaal niet. Stroomop- en stroomafwaarts van de Doode Bemde is de noodzakelijke verruwing veel minder ver gevorderd. Dat komt omdat in die zones landbouwers langer actief waren en omdat de VMM en ANB langzaam de afspraken van de jaren ‘90 vergaten (administraties wisselen van personeel...). In die zones begon men dus opnieuw oevers te maaien, bomen en struiken te verwijderen enz. Vanuit de natuurvereniging hebben we er dan ook op aangedrongen om bomen en struiken ook buiten de Doode Bemde te laten staan. Mondjesmaat gebeurt dat nu eindelijk ook, vooral stroomopwaarts van de Doode Bemde. Daardoor zou de overstromingsdruk in de Doode Bemde in de toekomst kunnen afnemen. De grote voorwaarde is wel dat de verdere verruwing van de rivier blijft doorgaan. Het is dus van belang voor de natuur in de Doode Bemde dat bomen en struiken ook in die zones blijven liggen, voornamelijk dan stroomopwaarts.